BESLUIT van de kerkfabriek O.L.Vrouw-Bezoeking Godsheide dd 14/05/2021

Artikel 1. Onder de in dit besluit vastgestelde voorwaarden en lasten wordt overgegaan tot het verlenen van een erfpacht- en opstalrecht op de hierna vermelde goederen:

– 1 perceel grond, gelegen te Diepenbeek , gekadastreerd 1ste afdeling, sectie A, nr 0077L, met een oppervlakte van 74a 22ca, volgens opmetingsplan d.d. 06/07/2021 door Denise Ballet, beëdigd meetkundige schatter en landmeter – expert.

Art. 2. Het verlenen van het erfpacht en opstalrecht zal gebeuren

  • via openbare procedure. Per inschrijver wordt slechts één geschreven bod toegestaan.

Het bod moet onder verzegelde omslag en bij aangetekende en ondertekende brief ingediend worden. De geboden vergoeding (cijns/canon) moet in cijfers en voluit in letters geschreven worden.  Het bod moet uiterlijk op 27/09/2021 aangetekend verstuurd zijn, de poststempel op de omslag geldt als bewijs hiervan. De omslag moet als adres vermelden: Kerkraad O.L.Vrouw-Bezoeking Godsheide, Kiezelstraat 132, 3500 Hasselt. Boven dit adres moet nog op de omslag vermeld worden “bod voor erfpacht en opstal”.

Het bod mag ook afgegeven worden op het bestuur ten laatste op 1/10/2021.

De biedingen worden op 06/10/2021 20u in Hasselt, Kiezelstraat 132 in zitting van de kerkraad geopend en voorgelezen, waarna de kerkraad zal beslissen.

Onregelmatige biedingen worden als niet ontvankelijk beschouwd.

Art. 3. De vergoeding voor het erfpacht- en opstalrecht bedraagt minstens 13044 euro (coëfficiënt op geschatte prijs) die de begunstigde dient te betalen voor de jaarlijkse vervaldag.

Wanneer de vergoeding niet betaald wordt op de vervaldag, zal van rechtswege en zonder ingebrekestelling de wettelijke interest verschuldigd zijn van 15 % per jaar vanaf de vervaldag tot op de dag van betaling.

De vergoeding wordt in de af te sluiten overeenkomst van rechtswege gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen en wordt, behoudens andersluidende wettelijke beschikkingen, op de vervaldag aangepast volgens de volgende formule:

basisprijs x nieuwe index
nieuwe vergoeding =—————————————
 Basisindex

waarbij de basisprijs deze is die vermeld wordt in de af te sluiten overeenkomst, de nieuwe index het indexcijfer is van de maand voorafgaand aan deze van de jaarlijkse vervaldag van de overeenkomst en de basisindex het indexcijfer is van de maand die voorafgaat aan deze waarin de authentieke akte zal verleden worden.

Art. 4. Het recht van erfpacht en opstal wordt toegestaan voor een termijn van 50 jaar.

De erfpacht en opstal is na het verstrijken van voornoemde termijn, met inachtneming van de wettelijk toegelaten maximumtermijn, verlengbaar bij onderlinge toestemming van de partijen na een besluit in die zin van hun bevoegde organen. De erfpacht en opstal kan in geen geval stilzwijgend worden verlengd.

Art. 5. Het erfpacht- en opstalrecht wordt verleend onder de volgende algemene voorwaarden:

De goederen worden in erfpacht- en opstal gegeven in de staat en de ligging waarin zij zich thans bevinden met de voor- en nadelige, zicht- en onzichtbare, voortdurende en niet-voortdurende, actieve en passieve erfdienstbaarheden die op de goederen rusten, met recht voor de begunstigde de ene in zijn voordeel te doen gelden en zich tegen de andere te verzetten doch zulks op zijn kosten, lasten en risico, zonder tussenkomst van het bestuur noch verhaal tegen laatstgenoemde en zonder dat deze bepaling aan wie dan ook meer rechten zal kunnen verstrekken dan deze gegrond op rechtmatige titels of op de wet.

De begunstigde dient het erfpacht- en opstalrecht te aanvaarden zonder waarborg van de oppervlakte. Het verschil in oppervlakte zal ten voordele of ten nadele van de begunstigde zijn, zelfs al bedraagt dit meer dan 1/20ste.

De goederen die het voorwerp van de erfpacht- en opstalovereenkomst zullen uitmaken worden in erfpacht en opstal gegeven voor vrij en onbelast van alle lasten en hypotheken van alle aard, de gronden zijn vrij van alle pachtverplichtingen.

Art. 6. Het erfpacht- en opstalrecht wordt verleend onder de volgende bijzondere voorwaarden:

a) bestemming

Omdat het perceel gelegen is in landschappelijk waardevol agrarisch gebied moet de begunstigde de in erfpacht en opstal gegeven goederen voornamelijk bestemmen voor:

– landbouw en dierenverzorging

De begunstigde mag met betrekking tot voornoemde goederen geen enkel bouwwerk, gebouw, werk of beplanting oprichten, aanbrengen of uitvoeren als dit niet noodzakelijk of nuttig is voor de realisatie van voornoemde bestemming.

Tijdens de gehele duur van het recht van erfpacht en opstal dient de hierboven vermelde bestemming behouden te blijven behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur.

b) rechten begunstigde

De begunstigde is, onder voorbehoud van hetgeen bepaald is in de punten j en k betreffende stedenbouw en de milieuwetgeving , gerechtigd nieuwe gebouwen, werken en beplantingen op te richten en uit te voeren op of aan de in erfpacht en opstal gegeven goederen met bijzondere bepaling dat geen bouwwerk of gebouw opgericht mag worden op minder dan xx meter van de Mizerikstraat.

Het bestuur doet afstand ten voordele van de begunstigde van het recht van natrekking dat het bij toepassing van de bepalingen van het burgerlijk wetboek heeft op de gebouwen, bouwwerken en beplantingen die op de in erfpacht en opstal gegeven gronden worden opgericht en dit voor de gehele duur van de erfpacht en opstal periode.

Het is de begunstigde niet toegestaan de door hem/haar of voor hem/haar verwezenlijkte opstallen tijdens de duur van de erfpacht en opstal geheel of gedeeltelijk te slopen of te verwijderen zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van het bestuur.

De begunstigde mag verder noch de erfpacht en opstal zelf, noch de in erfpacht en opstal gegeven goederen, noch de gebouwen en opstallen die door hemzelf/haarzelf of voor hem/haar zouden worden opgericht, hypothekeren, vervreemden, er zakelijke rechten of erfdienstbaarheden op vestigen of er daden van beschikking over stellen zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur.

c) belastingen en taksen

Alle belastingen en taksen van welke aard ook, inclusief de onroerende voorheffing met betrekking tot de in erfpacht en opstal gegeven goederen en/of op de door de begunstigde opgerichte onroerende goederen, met betrekking tot de bezetting van deze goederen of de activiteit die er door de begunstigde wordt uitgeoefend, zijn ten laste van de begunstigde, vanaf de eerste maand volgend op de datum van de authentieke akte.

d) onderhoud, herstellingen, aanpassingen en aansluitingen

De begunstigde is ertoe gehouden de in erfpacht en opstal gegeven goederen, evenals alle door hem/haarzelf of voor hem/haar verwezenlijkte of aangebrachte opstallen van welke aard ook, te onderhouden op zijn/haar kosten en er alle grote en kleine herstellingen van alle aard uit te voeren.

Het bestuur is tot geen enkele herstelling gehouden.

Het bestuur kan evenmin verantwoordelijk gesteld worden voor hinder, schade, afwijkingen, toevallige onderbrekingen enz…, wat ook de oorzaak moge zijn, die zich aan de in erfpacht en opstal gegeven goederen of aan de technische installaties ten dienste van de gebouwen zouden kunnen voordoen. De begunstigde is verplicht het geheel in goede staat van onderhoud en herstelling terug te geven aan het bestuur bij afloop van het recht van erfpacht en opstal. Hij mag geen verontreinigende activiteiten uitvoeren en is daar anders volledig aansprakelijk voor.

De kosten voor aansluiting, abonnementen en gebruik van nutsvoorzieningen, zoals onder meer water, gas, elektriciteit, telefoon, kabel-T.V., telefax, internet e.a. zijn ten laste van de begunstigde. Het bestuur staat echter niet garant voor de aansluiting op en het behoorlijk functioneren van eender welk distributienet.

Alle kosten die voortvloeien uit verbouwingen, herstellingen of uitbreidingen van de in erfpacht en opstal gegeven goederen, alsook de kosten die het gevolg zijn van de uitvoering van wettelijke, administratieve of andere voorschriften inzake hygiëne, openbare gezondheid, veiligheid, arbeidsveiligheid of milieuvoorschriften, zijn ten laste van de begunstigde.

e) verzekeringen

Tijdens de gehele duur van de erfpacht en opstal dient de begunstigde de in erfpacht en opstal gegeven gebouwen evenals de door of voor hem/haar opgerichte gebouwen voor de volle waarde te verzekeren tegen brand en aanverwante risico’s bij een door het bestuur aanvaarde verzekeringsmaatschappij.

Op eerste aanvraag van het bestuur zal de begunstigde het bestaan van de verzekeringen en de regelmatige betaling van de premies moeten bewijzen.

De begunstigde staat verder op eigen kosten tevens in voor het nemen van alle bij wetten, decreten of besluiten van de hogere overheid verplichte verzekeringen met betrekking tot de in erfpacht en opstal gegeven gebouwen en de door of voor hem/haar opgerichte gebouwen.

f) hoofdelijkheid, afstand, overdracht en verhuring

De verplichtingen aangegaan door de begunstigde zijn hoofdelijk en ondeelbaar tussen zijn rechthebbenden of rechtsopvolgers uit welken hoofde ook.

De begunstigde mag zijn/haar rechten op de erfpacht en opstal noch geheel noch gedeeltelijk afstaan of overdragen aan derden behoudens na voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur.

In geval van afstand of overdracht van de rechten betreffende de erfpacht en opstal, blijft de begunstigde hoofdelijk borg voor de goede uitvoering van de uit de aanvankelijke erfpacht en opstal voortvloeiende verplichtingen.

Het is de begunstigde eveneens verboden zijn/haar rechten of een gedeelte ervan in huur te geven of te laten onderverhuren zonder de voorafgaande uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van het bestuur.

In geval van afstand of overdracht van het geheel of een gedeelte van de erfpacht en opstal onder welke vorm ook of in geval van verhuring zal de begunstigde in ieder geval al de verplichtingen die op hem/haar rusten krachtens de af te sluiten overeenkomst en voor zover deze toepasselijk kunnen zijn, op moeten leggen aan degene aan wie wordt afgestaan, overgedragen of verhuurd.

g) waarborg

Tot waarborg van de goede nakoming van zijn verbintenissen dient de begunstigde voor de aanvang van de erfpacht en opstal aan het bestuur tegen kwijting een waarborgsom gelijk aan 3 jaar vergoeding te overhandigen.

Deze som wordt bij het einde van de erfpacht en opstal (zonder interesten) teruggegeven aan de begunstigde nadat gebleken is dat de begunstigde aan al zijn/haar verplichtingen heeft voldaan.

h) einde van de erfpacht en opstal

  1. De erfpacht en opstal neemt een einde door het verstrijken van de in artikel 4 vermelde termijn en tevens, van rechtswege en zonder ingebrekestelling, indien en zodra de begunstigde ophoudt te bestaan. Bij de beëindiging van de erfpacht en opstal op deze wijzen, komen de gebouwen en opstallen, evenals alle verbeteringen en aanplantingen die de begunstigde heeft aangebracht of uitgevoerd tijdens de duur van de erfpacht en opstal in volle eigendom en zonder dat de begunstigde aanspraak kan maken op enige vergoeding ter zake, toe aan het bestuur, tenzij het bestuur er de voorkeur aan geeft deze gebouwen, opstallen, verbeteringen of aanplantingen geheel of gedeeltelijk te laten verwijderen en de in artikel 1 vermelde goederen terug in hun oorspronkelijke staat te laten herstellen, op kosten van de begunstigde.
  2. De begunstigde kan zich steeds vervroegd vrijmaken van het recht van erfpacht en opstal op voorwaarde dat de achterstallige vergoedingen tot aan de dag der overlating dadelijk betaald worden en mits een opzegtermijn van 6 maanden. In dit geval zal eveneens toepassing gemaakt worden van de bepalingen vermeld in de tweede alinea van punt 1 en kan het bestuur een schadevergoeding vragen.
  3. Als het bestuur voor het verstrijken van de in artikel 3 vermelde termijn eenzijdig een einde stelt aan het recht van erfpacht en opstal, zonder dat de begunstigde in gebreke is gebleven omdat het om reden van algemeen belang of van lokaal belang een andere bestemming wenst te geven aan de in erfpacht en opstal gegeven goederen, zal het de begunstigde voor de door of voor hem/haar opgerichte opstallen vergoeden zoals gebruikelijk is inzake onteigeningen om reden van openbaar nut, gesteund op een schatting door bijvoorbeeld een landmeter-expert en na afhouding van de door de begunstigde eventueel aan het bestuur nog verschuldigde bedragen.

i) sanctie

Het bestuur heeft het recht om voor de bevoegde rechtbanken de ontbinding van de erfpacht en opstal met schadevergoeding te vorderen bij wanprestatie door de begunstigde en bij zware of herhaalde lichte inbreuk door de begunstigde op de verplichtingen die hem/haar bij overeenkomst worden opgelegd.

Als zware inbreuken worden zonder dat deze opsomming als limitatief geldt, onder meer beschouwd: de wijziging van de bestemming door de begunstigde, de niet-betaling van de jaarlijkse vergoedingen binnen twee maanden na ingebrekestelling en het gebrekkig onderhoud of herstel van de in erfpacht en opstal gegeven goederen en opstallen, het zonder reden beëindigen of verwaarlozen van de uitoefening van zijn recht of van de overeengekomen exploitatie.

Daarnaast zal tevens toepassing gemaakt worden van hetgeen hoger vermeld is onder het tweede lid van punt 1 van h) wat de vergoeding voor de opstallen betreft.

j) stedenbouw

Er kan geen verzekering gegeven worden omtrent de mogelijkheid om nog verder op het in erfpacht en opstal gegeven goed te bouwen of om daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt.

De begunstigde dient zich ertoe te verbinden de stedenbouwkundige voorschriften na te leven. Hij/zij zal niet met de oprichting van gebouwen beginnen dan nadat hij/zij de nodige vergunningen en goedkeuringen heeft bekomen en deze overeenkomstig die vergunningen oprichten.

Het in erfpacht en opstal gegeven goed is niet gelegen in een beschermd landschap en valt niet onder de wetgeving op de ruilverkaveling van landeigendommen. Het goed maakt bij weten van het bestuur geenszins het voorwerp uit van een geplande onteigening.

Door de gemeente Diepenbeek is een stedenbouwkundig uittreksel afgeleverd op 5 juli 2021.

k) milieuwetgeving

Het bestuur kan geen zekerheid geven omtrent de mogelijkheid om op of in de in erfpacht en opstal gegeven goederen activiteiten uit te oefenen die bij toepassing van het milieuvergunningsdecreet van 28 juni 1985 en zijn uitvoeringsbesluiten, vergunningsplichtig zijn. De begunstigde mag op of in de in erfpacht en opstal gegeven goederen geen vergunningsplichtige activiteit in voormelde zin uitoefenen, zolang de voorgeschreven milieuvergunning niet is verkregen.

Op de grond die in erfpacht en opstal gegeven wordt, is of was bij weten van het bestuur geen inrichting gevestigd, of wordt of werd geen activiteit uitgevoerd die opgenomen is in de lijst van inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken, zoals bedoeld in artikel 6 van het Bodemdecreet.

De begunstigde zal voor het sluiten van de overeenkomst op de hoogte gebracht worden van de inhoud van het bodemattest(en) afgeleverd door OVAM op 10/06/2021 overeenkomstig artikel 101, § 1 van genoemd decreet.

Het bestuur heeft met betrekking tot het goed geen weet van bodemverontreiniging die schade kan berokkenen aan de begunstigde of aan derden, of die aanleiding kan geven tot een saneringsverplichting, tot gebruiksbeperkingen of tot andere maatregelen die de overheid in dit verband kan opleggen. Het bestuur is in geen geval waarborg noch schadevergoeding verschuldigd voor dergelijke gebreken.

l) kosten

Alle kosten en rechten, voortvloeiend uit de af te sluiten overeenkomst, evenals de kosten voortvloeiend uit het verlijden van de authentieke erfpacht en opstal akte, met inbegrip van de opmetingskosten, de registratierechten, de overschrijvingskosten der hypotheken en andere, vallen ten laste van de opstalhouder.

m) erfpacht en opstal akte

De erfpacht en opstal akte zal verleden worden uiterlijk binnen 2 maanden na ondertekening van de overeenkomst.

De ingenottreding zal ingaan op de dag van het verlijden van de erfpacht en opstal akte.

Art. 7. Voor alles wat niet geregeld wordt in de af te sluiten erfpacht- en opstalovereenkomst, gelden de bepalingen van de wet van 10 januari 1824 over het recht van erfpacht en opstal en de bepalingen van het nieuwe goederenrecht Burgerlijk wetboek art. 3.167 t.e.m. 3.188.

Art. 8. De kerkraad is belast met de verdere uitvoering van dit besluit.

 Aldus beslist in vergadering van bovenvermelde datum.

Namens de Raad:

De secretaris, Joseph BriersDe voorzitter van de kerkraad, Leonardus Nijsen